Voor niets gaat de zon op
Wat een gedoe zeg. Inmiddels is de grootste ergernis wel weer weggezakt naar een normaal, dagelijks niveau. En na een aantal maanden is er wel tijd en ruimte voor een terugblik.
In maart 2022 had ik de pech om een epileptische aanval te krijgen en omdat het de tweede was binnen twee jaar mocht ik volgens de Regeling Eisen Geschiktheid een jaar geen auto rijden. Om dat weer wel te mogen beoordeelt het CBR dat aan de hand van een door mij in te vullen gezondheidsverklaring.
Mijn behandelend neuroloog had mij geadviseerd om rond de jaarwisseling die gezondheidsverklaring al in te vullen, want, zo vertelde hij, de neurologische keuring zou wel snel gaan, maar je weet nooit hoelang het CBR nodig heeft.
Stap 1: bij het CBR (1)
Dus begin januari 2023 heb ik op de website van het CBR de gezondheidsverklaring ingevuld en in mijn onschuldige onwetendheid dacht ik alleen naar een neuroloog te hoeven die zou gaan bevestigen dat ik in dat jaar geen aanval meer had gehad en dus weer in de auto mocht stappen.
Nee dus.
Want nadat ik in tien minuten naar eer en geweten alle vragen had beantwoord en € 41 had afgerekend, bleek dat ik niet alleen gekeurd moet gaan worden voor de aandoening die aanleiding is voor de gezondheidsverklaring, maar ook voor andere medische mankementen.
In mijn geval:
– bent u onder behandeling geweest van een oogarts anders dan voor een bril of lenzen? Ja, dat is 1
– heeft u een ziekte van het hart? Ja, dat is 2.
– en waar het om ging, de neuroloog. Dat is 3.
Stap 2: bij de keuringsarts
Toegegeven, het maken van een afspraak bij een keuringsarts voor de eerste twee mankementen was een eitje. Ik kon op 10 januari al terecht en nog wel in mijn eigen woonplaats. De gestaag vallende regen deed me besluiten niet met de fiets te gaan, maar met het OV en een kleine drie kwartier later werd ik binnengeroepen door de keuringsarts.
“Als het goed is hebt u een brief van het CBR gekregen.”
” Dat klopt, die heb ik bij me,” antwoordde ik hem.
“Mooi, geef die maar aan mij” En met een handgebaar sommeerde hij dat aan mij te overhandigen.
Ik gaf hem de formulieren die hij nodig had, maar hij wilde ook de brief van het CBR.
“Nee, die brief is aan mij gericht met de instructie om u deze formulieren te overhandigen,” zei ik.
“Maar ik moet het ZD nummer hebben, dat staat op die brief,” beweerde hij met nog steeds dat handje waarvan die vingers mij irritant uitnodigden om het maar aan de meneer te geven.
“Die nummers staan ook op die formulieren. Kijk maar,” en ik wees aan waar die codes stonden.
Met een ” O ja” trok hij met tegenzin zijn dwingende hand terug.
De keuringsarts vroeg me naar de historie van mijn hartoperatie en maakte de opmerking dat mijn aorta klep prothese na tien jaar vervangen moet worden.
“Nee,” antwoordde ik hem, “want omdat ik een open hart operatie goed aan kon, hebben ze een mechanische klep geïnstalleerd die een leven lang meegaat. Nadeel is alleen dat ik de rest van mijn leven anti stollingsmiddelen moet gebruiken.”
“Maar dat ding slijt toch?”
Even bekroop me de twijfel of ik mij vergiste, maar de arts besloot met de conclusie dat ik het daar maar met mijn cardioloog over moest hebben. Een simpele zoekopdracht hielp me later die dag van de twijfel af. Ik had gelijk.
Na een vage ogentest stond ik vijftien minuten later weer buiten met de melding dat mijn visus en mijn hart geen belemmering vormen om te kunnen autorijden. Zijn wijsneuzige opmerking over het verschil in waarnemend vermogend tussen mijn linker- en rechteroog zal ik ook wel met mijn cardioloog bespreken, nam ik me voor.
De beste man leek mij qua empatisch vermogen en omgangsvormen absoluut niet geschikt om patiënten te behandelen, maar vanwege zijn BIG registratie mocht hij nog een ogentest afnemen, een online formulier voor het CBR invullen en € 55,- incasseren voor het volgen van het protocol. Wat een lul.
Stap 3: bij de neuroloog
Op de website van het ziekenhuis las ik dat ik voor een rijbewijs keuring kan bellen naar de poli neurologie.
Eitje.
Inclusief wachttijd kostte mij dat 10 minuten met als resultaat de mededeling dat ik per post wat informatie en de afspraak opgestuurd krijg. Die informatie bestond uit de melding dat je op de wachtlijst staat voor een afspraak met de neuroloog die de keuring zal uitvoeren en een in te vullen verklaring dat je aan die keuringsarts toestemming geeft om jouw dossier in te zien. Een week later kreeg ik per post de afspraak toegestuurd: 26 januari.
Op die bewuste, zonnige dag in januari 2023 meldde ik me bij de poli en na vijf minuten wachten, werd ik binnengeroepen door de onafhankelijke neuroloog.
“U bent te vroeg,” vertelde ze mij. “Ik kan u nu alleen maar afkeuren, want uw laatste aanval is nog geen jaar geleden. U had pas na 3 maart moeten komen.”
“Waarom kan ik dan een afspraak maken voor vandaag en waarom zegt uw collega, mijn behandelend neuroloog dan, dat ik beter al aan het begin van het jaar moet beginnen met aanvragen?”
“Ja, hoor eens, dat weet ik niet.”
Het is vast naïviteit van mij geweest om te denken dat een keuringsarts die de eed van Hippocrates gezworen heeft, niet strikt alle protocollen zou volgen die geschreven of ongeschreven haar ter beschikking staan en mij wel op mijn blauwe ogen zal geloven dat ik geen aanval meer krijg voor 3 maart.
Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen.
Misschien is het niet mogen autorijden geen lijden in de zin zoals Hippocrates dat bedoelde, maar ik werd er knap chagrijnig van. Helemaal toen ook nog om het hoekje kwam dat ik apneu heb en zij dus met enig sarcasme in haar stem kon vragen wat mijn AHI was. Ik kende de term niet en op mijn verzoek legde ze uit dat de Apneu Hypopneu Index het aantal ademstops per uur is en dat mijn apneu apparaat die gegevens bijhoudt.
“Dan lees ik dat straks thuis uit en geef ik dat telefonisch door?” suggereerde ik nog, maar hoe naïef toch weer, dat week te veel van het protocol af, want 3 maart was nog te ver in de toekomst.
Het goede nieuws, vertelde ze, is dat er nog ruimte genoeg was om iets te plannen ná 3 maart.
Gelukkig dacht ik nog.
Heel even.
Want mevrouw de neuroloog doet deze keuringen maar eens per veertien dagen en de eerste keer na 3 maart was ze er helaas niet, dus de volgende mogelijkheid is op 23 maart. Maar dan zou ze bellen, kon ik mijn AHI doorgeven en dan zou zij het formulier indienen bij het CBR. Haar geruststellende mededeling dat de meeste mensen de volgende dag al een melding terugkregen van het CBR, leek me ver buiten de waarheid. Mijn indruk was dat iedereen die bij haar op spreekuur was geweest, haar de eerste twee jaar niet eens wilde zien, laat staan spreken om haar te vertellen hoe snel het CBS wel te werk gaat.
Op de factuur van de vakgroep neurologie viel me niet alleen het te betalen bedrag van € 94,- op, maar ook de gender bewustheid trok mijn aandacht. Van de twaalf met name genoemde neurologen hadden er drie géén ‘mw.’ voor de titel en naam staan. Alsof het vanzelfsprekend is dat neurologen over het algemeen man zijn. Om maar niet te spreken van mogelijk misgenderde non-binaire neurologen. Maar dit terzijde. Ik heb betaald.
Stap 4: bij het CBR (2)
Op 17 april ontving ik van een keuringsarts van het CBR bericht dat mijn medische situatie is beoordeeld en dat ze dat doen om te kunnen bepalen of ik geestelijk en lichamelijk in staat ben om te rijden.
Stap 5, 6 en 7: bij de RDW, de fotograaf en het gemeentehuis
Deze drie stappen noem ik in één keer want dit ging absoluut het snelste.
– Online een rijbewijs aanvragen kostte me € 44,- en een paar minuten.
– Voor slechts €12,- liet ik binnen vijf minuten pasfoto’s maken die digitaal naar de Rijksdienst voor het Wegverkeer werden verstuurd.
– Een paar dagen later kon ik mijn rijbewijs ophalen bij het gemeentehuis.
Ik kreeg weer een geldig rijbewijs in handen. Weliswaar met code 105 wat betekent dat ik medisch geschikt ben om met epilepsie te rijden uitgezonderd het beroepsmatig vervoeren van personen. Nu had en heb ik geen ambities om vrijwilliger op de seniorenbus te worden, dus hoef me ook het hoofd niet te breken over de vraag of dat gezien zou worden als beroepsmatig vervoer.
En nu?
Voorlopig ben ik dus bevoegd tot 17 april 2025, want dat staat op mijn rijbewijs.
En, mits ik geen epileptische aanval meer krijg, kan ik die roze kaart in 2025 verlengen en dan zelfs met een geldigheid van vijf jaar.
Maar wacht eens even … met een verlopen rijbewijs mag je niet rijden.
Als ik verlenging aanvraag moet ik een gezondheidsverklaring bij het CBR invullen.
Dan moet ik Ja zeggen op de vraag of ik de afgelopen vijf jaar een epileptische aanval heb gehad.
Moet ik dan weer gezien worden door een neuroloog?
Dan moet ik zorgen dat ik tussen 3 maart en 17 april 2025 die afspraak bij de neuroloog heb, anders loop ik het risico dat ze weer zegt dat ik te vroeg ben.
Samenvatting:
Betaal € 246 en ga terug naar Stap 1.
Wat kan ik hiervan declareren bij mijn zorgverzekeraar? Niets, € 0
Hoeveel kan ik aftrekken bij mijn aangifte Inkomstenbelasting? Waarschijnlijk niets, maar dat moet ik nog uitzoeken.
Ik heb nog even de tijd dus ga nu eerst een stukje autorijden.
Het gaat niet over toeslagen of gaswinning, maar geloof me, er zijn leukere affaires te bedenken dan dit gedoe.