De humoristische vader
Voor mij ligt een brief met de datum 17 februari 1965. De twee gele pagina’s hebben als watermerk het vriendelijke “Lectori Salutem”
Als je een brief opent met Goeiendag, weet je vast wel tegen wie je het hebt. Een bericht met deze aanhef vond ik in de papieren nalatenschap van mijn in 2013 overleden vader. De eerste alinea is al even amicaal van toon voor een zakelijke brief.
‘k Zit me zojuist door een stapel post van 14 dagen heen te werken en zie tot mijn genoegen een gezellige brief van U, waaruit begrip en inzicht spreekt voor problemen en probleempjes, waarmee wij te worstelen hebben.
De inhoud van de bedoelde gezellige brief ken ik niet, maar uit de inhoud valt af te leiden dat het gaat om een reactie op een eerder door de firma Los gestuurde herinnering van een nog te betalen rekening.
In de brief wordt ook gerefereerd aan de Zwijndrechtse nieuwlichters, een sekte die rond 1830 een aantal jaren vanuit het dorp aan de Oude Maas het zwavelstokkengeloof verkondigde.
Helaas moeten we raden naar de inhoud van de gezellige brief die de aanleiding is voor dit antwoord op 17 februari 1965. Uit de tekst valt op te maken dat het vermoedelijk ging om een uitleg over een betaling die nog niet gedaan zou zijn. En dat dit met humor is geweest, lijkt me evident.
’t Zou mij wat waard zijn als ik zo m’n correspondentie met alle klanten zou kunnen voeren (ik vind dat we aardig wat lol hebben over fl 26,40. ‘k Hoor Janny al zeggen, ‘ja maar ondertussen”.
Hoe treffend geeft Bas Los hier weer hoe goed hij mijn ouders kende. Een rekening van 26,40 in Hollandse guldens betekent vandaag de dag een bedrag van bijna 75 euro. Misschien was dat in die tijd wel goed voor een week boodschappen voor het gezin van zeven personen.
Los Woningtextiel had destijds een winkel in winkelcentrum Noord. Tegenwoordig zit er op het adres Burgemeester Jansenlaan 151 een buurthuiskamer van het Leger des Heils met de naam “Bij Bosshardt”. Het kan verkeren. God is overal.
Het spelen met woorden was in ons gezin zeker niet vreemd. Het was een mechanisme van mijn vader om te overleven. Zijn cryptische woordspelingen en humor waren vaker wel dan niet gelardeerd met cynisme. Ik herinner me bijvoorbeeld de vraag van een klant, waar hij als broodbezorger aan de deur kwam, hoeveel kinderen hij had. Hij antwoordde: “Vijf en één van een ander.” Toen de klant vroeg of dat een geadopteerd kind was, vertelde hij dat hij daarmee zijn vrouw bedoelde. Of het alleen maar grappig was bedoeld of er ook een cynische ondertoon in zat, zullen we nooit meer te weten komen.