Rozijnen en wimperharen
Om het ritme van iedere week een bezoek vast te houden tijdens mijn rijverbod kwamen afgelopen donderdag Jans en Jo bij ons op bezoek in plaats van dat wij naar Ketelstad rijden.
Als ze aan komen lopen, zie ik dat ze niet haar haarwerk op heeft, maar een chemo muts. Na de ontvangst met knuffel zegt ze even later dat ze er zo toch wel echt als een kankerpatiënt uit ziet.
“Vorige week zaten er rechtsonder nog zestien, nu nog maar elf wimperharen.”
Zou je kunnen spreken van chemo mindfulness, als je met net zoveel aandacht als nodig is om een rozijn te eten je wimper haren telt en vooral het uitvallen daarvan?
Even later trekt ze zonder schroom haar chemo muts af en laat zien dat er weer wat dons groeit op haar schedel. Boosheid en verdriet lijkt plaats gemaakt te hebben voor berusting.
Afleiding zoekt ze ondermeer in het handletteren waarvan onderstaand een voorbeeld wat ze ons stuurde:
“Voor altijd voel ik die perfecte knuffel van vorige week. Al kom ik er snel weer 1 halen.”
Want ze had al eerder gezegd met zichzelf in overleg te zijn of ze het knuffel verbod zou opheffen. Dat heeft ze dus gedaan, gelukkig. Ook ik en mijn lief genieten van het contact in deze klotetijd. Kanker, corona, therapie en een epilepsieaanval volgen elkaar in hoog tempo op. Het kan niet op …
