Herbjørg Wassmo

Herbjørg Wassmo
(geboren 6 december 1942) is een bekende Noorse schrijfster. Zij debuteerde in 1976 met de dichtbundel Vingeslag. Haar doorbraak als schrijfster kwam in 1981 met het eerste deel van de Tora-trilogie: Huset med den blinde glassveranda. Sindsdien is zij een van de meest verkochte schrijvers in Noorwegen. Ze ontving meerdere literaire prijzen.

Ze geldt niet als een bijzonder vernieuwende schrijfster, ze past in de rijke Noorse traditie, waarbij de lezer als het ware in de huid kruipt van de hoofdpersoon. Haar eerste grote succes, de Tora-trilogie, verteld het verhaal van Tora, kind van een Noorse vrouw en een Duits militair die misbruikt wordt door haar stiefvader. (bron: Wikipedia)

Het boek Dina
Uit de bieb gehaald om in de zomervakantie te lezen. Bijzonder sfeervolle beschrijvingen van het leven op een grote landgoed in het noorden van Noorwegen in de eerste helft van de 19e eeuw. Grote en kleine familiedrama’s, verliefdheden en liefdes, dagelijkse gebeurtenissen, feesten en rouwpartijen, gemeenschapszin en erotiek. Ik zie de fjorden en het stadsleven van Bergen voor mijn ogen verschijnen.

Wat ik niet wist op het moment dat ik er aan begon, is dat dit boek het eerste is van een trilogie. Dat zag ik pas achterin waar ook nog andere boeken van haar worden genoemd. Ik hoop dat ‘Het boek Benjamin’ en ‘Het boek Karna’ net zo boeiend en gretig zijn. Bijzonder is ook dat boven ieder hoofdstuk een bijbeltekst staat. Niet altijd is me duidelijk waarom die tekst er boven staat.
Een andere bijzonderheid is dat er, hoewel het boek in de derde persoon is geschreven, er steeds een soort reflectie is van de hoofdpersoon, wat steevast begint met “Ik ben Dina …”

Een uitgebreid citaat (pag. 308):

“Hij tastte toe, speels, maar gulzig. Lachte zich naar binnen. Woordeloos en wellustig. Als een oude berg die zijn echo smoort om de zon niet af te schrikken. Of als zwevende wolken, die de dauw op de bosbessenstruiken en de adelaarsjongen in de bergspleet niet willen verjagen.
Zij was een rivier die een boot meevoerde met een krachtig ploegende romp en een boeg om stroomversnellingen en stenen mee te trotseren. Haar oevers waren allesverterend en hongerig, en schuurden langs zijn flanken.
Vlak voor het laatste stukje, waar de waterval hem zou grijpen, scheurde de romp open en zonk hij naar de bodem.
De zandbanken waren niet meer dan een fluistering. Maar het water bulderde en ruiste, en haar oevers waren nog even hongerig. Hij wist de boot weer naar boven te krijgen. Ondersteboven en zonder roeispanen, maar vol wilskracht en energie. Hij werd vanaf de oever besprongen door een groot beest dat hem beet, diep en dodelijk.
Toen was hij in de waterval.”

Een mooie dialoog op pagina 391:

Vlak achter de pakhuizen aan de kade lag een kerk met twee torens, die zich scherp aftekenden tegen de hemel.
‘Dat is de Mariakerk’, zei hij.
Hun bliken ontmoetten elkaar. Alsof ze elkaar nooit eerder hadden gezien.
‘Ik ben nog nooit samen met iemand op reis geweest!’ riep hij verbaasd uit.
‘Je bedoelt dat je nog nooit met een vrouw op reis bent geweest?’
‘Ja. Dat is anders.’
‘Hoe dan?’
‘Jij ziet dingen waarvan ik nooit beseft heb, dat ze belangrijk waren. Jij vraagt dingen waarvan ik niet wist dat ik er antwoord op kon geven.’
‘Je bent een wonderlijke man!’ constateerde ze. ‘Niels mocht zich gelukkig prijzen met zo’n broer.’

En tot slot (pag. 412)

Anders en Dina hadden andere moeilijkheden. Er was een spanning tussen hen ontstaan. Nieuw en onontgonnen. Het gesprek in het rijtuig was niet afgerond. Was de aanzet tot iets dat moeilijk te hanteren was nu ze in dezelfde kajuit moesten wonen.
Anders’ ogen waren een bijbeltekst onder een vergrootglas. Die zei: Wij zijn broer en zuster! Maar onze rollen zijn verstoord. We zouden moeten weten wat we aan elkaar hebben.
Hij moest bij zichzelf toegeven, dat hij er jarenlang naar had verlangd dat Dina hem in vertrouwen zou nemen. Hem om raad zou vragen.
Nu had ze hem toevertrouwd dat Niels een schurk was geweest. Dat verwarde hem, en hij schaamde zich ervoor dat hij eerder blij was over Dina’s vertrouwelijkheid, dan dat hij aan Niels’ laatste dagen dacht.
Dina was een uil die in de boom zat en het daglicht verafschuwde.